dakloze Isabelle©Layla Aerts

Daklozen. Rond kerst en nieuw verschijnt er wel vaker een artikel over in de kranten. Slapen in vrieskou, volle opvangcentra, eenzaamheid op straat. Als de zomer nadert, de zon schijnt en de vakantie lacht ons toe, durven we hen al snel vergeten. Maar ze zijn er wel, talloze mensen, het hele jaar door. Samen met straatfotografe Layla Aerts trekken we naar Brussel en Charleroi. Om hun verhaal te brengen. “Veel mensen hebben een verkeerd beeld van een dakloze persoon; ze denken in stereotypen. Maar dakloosheid kan iedereen overkomen.”

Redactie: Nikkie Steyaert & L’ilot; fotografie: Layla Aerts

ISABELLE

We hebben afgesproken met Isabelle: een dakloze vrouw die al bijna 30 jaar op straat leeft. Layla voert het woord. Ze straalt vertrouwen en zelfverzekerdheid uit. Ik merk dat ze jaren van ervaring heeft op vlak van daklozenfotografie en ik begrijp nu wat ze bedoelt met die open relatie en vertrouwensband. Isabelle is meteen op haar gemak. Ik besluit mezelf op de achtergrond te houden en vooral goed te luisteren. “Op mijn 17de werd ik voor het eerst moeder. Ik leefde toen nog bij mijn ouders. Niet lang erna kwam een 2de kindje. Samen met de vader van mijn kinderen verhuisde ik naar een klein appartement, maar ik had alles wat ik nodig had. Ik dacht dat ik gelukkig zou zijn, net als iedereen. Maar het liep helemaal verkeerd. Mijn partner stal, bedroog me. Ik kon het niet aan en eindigde op straat. Gelukkig hebben mijn ouders al die jaren voor mijn kinderen gezorgd. Ondertussen zijn ze volwassen en hebben ze zelf kinderen.”

FONTEIN

Lalya wil Isabelle fotograferen op een plek waar ze fijne herinneringen heeft, een locatie die iets voor haar betekent. “Dan valt het masker af en tonen ze hun kwetsbare kant. Je ziet instant hun uiterlijk veranderen, omdat zo’n plek veel emoties kan oproepen”, licht Layla later toe als ik haar vraag waarom ze op die manier werkt. Isabelle weet meteen waar ze heen wil. We volgen haar naar een klein park in de Botanique. “Hier heb ik ruim een jaar in de bosjes geslapen, samen met mijn toenmalige vriend. Hij had een huis in de struiken gebouwd. Soms behandelde hij me slecht, sloeg hij me. Toch mis ik hem. Hij beschermde me, gaf mij een veilig gevoel. Hij leerde mij hoe ik mezelf op straat moest verdedigen.” Isabelle tuurt naar iets in de verte, het blijft een lange tijd stil. “Deze plek heeft zoveel herinneringen. Slechte momenten, maar ook mooie.” Terwijl ze spreekt, lichten haar ogen op. Layla’s camera flitst. “Op een dag ging hij zich wassen bij de fontein.” Isabelle wijst naar een plek. “De hele fontein zat vol schuim.” Ik kijk mee over Layla’s schouder, zie een pakkende foto op het scherm verschijnen. Heel puur.

HOTEL

Isabelle gaat zitten op een bouwvallig muurtje. “Het leven op straat is zwaar. Maar ik was nooit alleen. Eerst leefde ik samen met Sofiane. Ik ontmoette hem in het metrostation Botanique. Hij was gewelddadig en dwong mij drugs te gebruiken. Twee jaar geleden stierf hij; een jaar na het overlijden van mijn moeder. Daarna leefde ik op straat met mijn vader. Hij lijdt al een aantal jaren aan de ziekte van Alzheimer. Ik was blij dat ik hem had. Samen met zijn kleine pensioentje en mijn onderlinge verzekering konden we ons af en toe nog een nachtje in een hotel permitteren. Maar een paar weken geleden is hij na een hartstilstand verlamd opgenomen in het ziekenhuis van César de Papes. Een leven op straat is voor hem niet meer mogelijk. Toen was ik plots voor het eerst écht alleen. En dat is gevaarlijk. Ik kwam lelijke dingen tegen: seksueel geweld, mishandeling. Zo’n erge zaken dat ik uit het leven wilde stappen. Tot mijn reddende engel verscheen: L’ilot, een organisatie die zich inzet voor daklozen. Zij hebben mij opgevangen.”

“Ik dacht dat ik gelukkig zou zijn, net als iedereen“

L’ILOT

“Ik voel me daar veilig. Ik kan er mijn verhaal kwijt. De hulpverleners zien het als ik me niet goed voel. Maar ik ga vooruit, dat voel ik. Er is hoop. Binnen een paar maanden krijg ik onderdak, ik sta als eerste op de lijst. Voor het eerst in jaren zal ik een normaal leven kunnen leiden, weg van het leven op straat. Ik zal mijn kinderen en kleinkinderen kunnen ontvangen. Verloren tijd inhalen. Ik heb het gevoel dat ik een tweede kans krijg.”

We nemen afscheid en Layla stapt met me mee naar het station. Ik vraag haar of ze nooit bang is, als ze allen op reportage gaat. “Natuurlijk heb ik in mijn 25 jaar als fotografe al mindere ervaringen gehad, maar het feit dat ik van nature een erg open persoon ben, en ik mij niet hoger plaats dan de mensen die ik fotografeer, zorgt voor vertrouwen. Als ik bijvoorbeeld ’s nachts naar het station loop, dan zijn de mensen op straat en ikzelf beiden kwetsbaar. Dat creëert een band. Een soort van geven en nemen. Het gaat ook om respect. Daklozen krijgen zo weinig respect. Als je hen respecteert, kijken ze anders naar je. Daarnaast kennen veel daklozen in Brussel mij, dus ik voel me wel beschermd. Het enige waar ik wel goed voor oplet is mensen onder invloed. Er circuleert meer crack op straat dan vroeger. Die drugs maakt mensen agressiever en onvoorspelbaar. Daar moet je wel voor opletten.”

Geef een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.